Je lichaam ontwikkelt zichzelf en dat stopt nooit. Het weet wat het nodig heeft om te groeien en tot volle bloei te komen. Zoals een baby ‘weet’ wanneer en hoeveel hij wil drinken en een peuter ‘weet’ wanneer het tijd wordt om te gaan lopen, zo ontwikkelt ieder individu zich op zijn eigen manier en heeft er ‘weet’ van wat nodig is om zich op alle gebieden te ontwikkelen. Als dit proces zijn gang kan gaan, groei je uit tot de beste versie van jezelf.

Dit proces krijgt niet altijd de kans om voorspoedig te verlopen. We groeien op in een omgeving die niet per se optimaal is, soms zelfs verre van optimaal. In de cultuur en familie waarin je wordt geboren, heerst een perspectief op wat wel en niet hoort en wat er van je verwacht wordt. Je bent er als kind in ondergedompeld en ervan afhankelijk en leert al snel om je zo goed mogelijk te handhaven: je past je aan, sluit je af voor je eigen gevoelens en behoeften en je leert af om te luisteren naar jouw innerlijke signalen. Zo ontstaan er oneigenlijke versies van jezelf, waarmee je je zo goed mogelijk staande houdt. Vroeg of laat gaat dat schuren. Je wilt het anders, maar hoe en hoe kom je daar?
Your body knows, you don’t. (Gendlin)
Het lichaam weet hoe verder. Het heeft weet van de volgende stap in de goede richting. Altijd. In de lijfelijke ervaring van het vastzitten, zit het antwoord besloten. Focusing is op zo’n manier luisteren naar daar waar het vastzit, dat het weer in beweging kan komen en jij op een nieuwe manier verder kunt.
The ‘problems’ inside you are those parts of the process that have been stopped, and the aim of Focusing is to unstop them and get the process moving again. (Gendlin)
Ikzelf heb me als kind weten te redden door me aan te passen en mijn best te doen om te voldoen aan wat er van me verwacht werd. Ik kwam er ver mee. Ik rondde mijn universitaire studie af en ben zelfs gepromoveerd. Ondanks dit uiterlijke succes knaagde er iets vanbinnen en liep ik vast. Ik besloot te stoppen met werken en voor mijn drie kleine kinderen te gaan zorgen en zei tegen mezelf: “Ik ga alleen nog maar mét mezelf de wereld in”, zonder enig idee te hebben wat ‘met mezelf’ inhield. In het contact met de kinderen kwam ik mezelf echter snel tegen. Ze raakten mij op plekken waar ik nooit eerder bewust van was. Focusing bracht mij de veilige ruimte om deze plekken heel lijfelijk te leren kennen, herkennen en erkennen. Door ze zonder oordeel en met geduld te benaderen, daalde ik geleidelijk af van mijn hoofd in mijn eigen wijze lijf. Ik leerde contact te maken met mezelf en kreeg er zelfs woorden voor. Ik ervaar het als een ruimte waarin ik gegrond aanwezig ben, met een openheid én een zekere stevigheid. Hier ben ik. Vanuit hier kan ik met ruimte naar (aspecten van) mezelf kijken en op een andere manier leren omgaan met situaties in mijn leven. Meer vanuit mezelf. En mocht ik mezelf weer eens kwijt zijn, dan weet ik de weg om het contact te herstellen én te verdiepen.
Focusing is a process of change in which one becomes more truly oneself than one felt before. (Gendlin)